Activa

2.2.5.1 17. Materiële vaste activa

A. Aansluiting van de boekwaarde

In duizenden euro Grond & gebouwen Machines & installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen Activa in uitvoering Totaal
Kostprijs
Stand op 1 januari 2015 150.525 193.381 54.454 4.196 402.556
Verworven via bedrijfscombinaties - - - - -
Verworven 672 3.641 3.623 16.335 24.271
Herclassificatie activa in uitvoering 332 10.379 1.874 -12.585 -
Afgestoten -1.545 -9.821 -5.002 - -16.368
Effect van wijzigingen in wisselkoersen 3.737 5.990 101 67 9.895
Stand op 31 december 2015 153.721 203.570 55.050 8.013 420.354
 
Stand op 1 januari 2016 153.721 203.570 55.050 8.013 420.354
Verworven via bedrijfscombinaties - - 104 - 104
Desinvesteringen -121 -905 - -143 -1.169
Verworven 513 3.818 7.348 19.938 31.617
Herclassificatie activa in uitvoering 154 14.750 354 -15.258 -
Herclassificatie - -21.111 21.111 - -
Afgestoten - -3.767 -3.134 -139 -7.040
Effect van wijzigingen in wisselkoersen -9.356 -13.986 -1.024 -1.028 -25.394
Stand op 31 december 2016 144.911 182.369 79.809 11.383 418.472
 
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen
Stand op 1 januari 2015 -57.828 -117.211 -37.243 - -212.282
Afschrijvingen -4.149 -12.219 -3.831 - -20.199
Afgestoten 1.656 9.491 4.194 - 15.341
Effect van wijzigingen in wisselkoersen -2.302 -3.107 -74 - -5.483
Stand op 31 december 2015 -62.623 -123.046 -36.954 - -222.623
 
Stand op 1 januari 2016 -62.623 -123.046 -36.954 - -222.623
Verworven via bedrijfscombinaties - - -65 - -65
Desinvesteringen 73 528 - - 601
Afschrijvingen -3.688 -9.754 -6.936 - -20.378
Herclassificatie - 5.735 -5.735 - -
Afgestoten - 3.585 1.969 - 5.554
Effect van wijzigingen in wisselkoersen 5.576 4.924 2.688 - 13.188
Stand op 31 december 2016 -60.662 -118.028 -45.033 - -223.723
 
Boekwaarden
Op 1 januari 2015 92.697 76.170 17.211 4.196 190.274
Op 31 december 2015 91.098 80.524 18.096 8.013 197.731
Op 31 december 2016 84.249 64.341 34.776 11.383 194.749

2.2.5.1.1

In het Verenigd Koninkrijk is gestart met de bouw van een nieuwe productiefaciliteit (Exeter) en een centraal kantoor (Bury St. Edmunds). Hiermee is een investering gemoeid van £10 miljoen respectievelijk £4 miljoen (tegen koers van 31 december 2016 omgerekend €11,7 miljoen respectievelijk €4,7 miljoen), waarvan reeds een deel is verantwoord als Activa in uitvoering.

 

 

 

 

B. Bijzondere waardeverminderingen

In 2016 en 2015 zijn er geen indicatoren geweest voor bijzondere waardeverminderingen op materiële vaste activa.

C. Lease van andere vaste bedrijfsmiddelen

De Groep least activa via een aantal financiële lease contracten. De daarbij behorende leaseverplichtingen zijn opgenomen onder de leningen en overige financieringsverplichtingen. Per 31 december 2016 bedroeg de netto boekwaarde van de geleasede activa €236 duizend (2015: €352 duizend). De daling van de boekwaarde komt doordat geleasede activa vervangen worden door gekochte activa.

2.2.5.2 18. Immateriële activa en goodwill

A. Aansluiting van de boekwaarde

In duizenden euro Goodwill Klantenportefeuilles Handels- en merknamen Software Immateriële activa in uitvoering Totaal
Kostprijs
Stand op 1 januari 2015 49.430 24.354 1.803 10.049 - 85.636
Verworven via bedrijfscombinaties 1.976 12.072 - - - 14.048
Verworven - 360 - 635 - 995
Afgestoten - - -992 -8 - -1.000
Effect van wijzigingen in wisselkoersen 1.456 1.253 67 568 - 3.344
Stand op 31 december 2015 52.862 38.039 878 11.244 - 103.023
 
Stand op 1 januari 2016 52.862 38.039 878 11.244 - 103.023
Verworven via bedrijfscombinaties 15.569 9.039 - - - 24.608
Desinvesteringen - - - - - -
Verworven - 500 - 586 963 2.049
Afgestoten - - - -4 - -4
Effect van wijzigingen in wisselkoersen -3.948 -5.124 - -1.427 - -10.499
Stand op 31 december 2016 64.483 42.454 878 10.399 963 119.177
 
Cumulatieve amortisatie en bijzondere waardeverminderingsverliezen
Stand op 1 januari 2015 - -3.549 -1.803 -2.936 - -8.288
Amortisatie - -3.112 - -2.273 - -5.385
Afgestoten - - 992 8 - 1.000
Bijzonder waardeverminderingsverlies - -454 - - - -454
Effect van wijzigingen in wisselkoersen - -132 -67 -495 - -694
Stand op 31 december 2015 - -7.247 -878 -5.696 - -13.821
 
Stand op 1 januari 2016 - -7.247 -878 -5.696 - -13.821
Desinvesteringen - - - - - -
Amortisatie - -3.356 - -2.310 - -5.666
Bijzonder waardeverminderingsverlies - - - - - -
Afgestoten - - - 24 - 24
Effect van wijzigingen in wisselkoersen - 1.056 - 1.411 - 2.467
Stand op 31 december 2016 - -9.547 -878 -6.571 - -16.996
 
Boekwaarden
Op 1 januari 2015 49.430 20.805 - 7.113 - 77.348
Op 31 december 2015 52.862 30.792 - 5.548 - 89.202
Op 31 december 2016 64.483 32.907 - 3.828 963 102.181

De goodwill en overige mutaties 'verworven via bedrijfscombinaties' van in totaal €24.608 duizend hebben betrekking op de acquisitie van Vleuten-Steijn (2015: in totaal €14.048 duizend verkregen immateriële activa en goodwill van Countrywide Farmers), zie noot 5.

2.2.5.2.1

B. Amortisatie

De amortisatie van klantenportefeuille, handelsmerken en software is verantwoord onder de kosten van afschrijvingen en amortisatie. Het afgestoten bedrag onder handels- en merknamen in 2015 heeft betrekking op handelsnamen welke niet meer worden gebruikt door de Groep.

C. Impairment test

(i) Impairment test op kasstroom genererende eenheden die goodwill bevatten

Vanaf 2016 voert de Groep haar goodwill impairment test jaarlijks in het derde kwartaal uit en op een ander moment indien sprake is van een aanwijzing voor een bijzondere waardevermindering ten aanzien van goodwill. In 2015 was deze test in verband met de IFRS transitie uitgevoerd in het vierde kwartaal van dat jaar. Goodwill wordt gevolgd en getest op het niveau van de clusters. De Groep evalueert, onder andere, de verhouding tussen de realiseerbare waarde en de boekwaarde, bij de evaluatie van indicatoren voor eventuele bijzondere waardeverminderingen.

De goodwill is als volgt aan de kasstroomgenererende eenheden gealloceerd:

In duizenden euro 31 december 2016 31 december 2015
 
Nederland 34.881 19.312
Duitsland/België 4.017 4.017
Verenigd Koninkrijk 25.585 29.533
 
Totaal 64.483 52.862

Informatie over de realiseerbare waarde inclusief de belangrijkste aannames

2016
Voor de 2016 goodwill impairment test is de realiseerbare waarde van de verschillende kasstroomgenererende eenheden gebaseerd op de bedrijfswaarde, die is bepaald door contantmaking van de toekomstige kasstromen uit het voortgezette gebruik van deze kasstroomgenererende eenheden. Deze methode is veranderd ten opzichte van 2015 zodat de Groep bij de waardebepaling betere aansluiting heeft bij haar interne prestatiemaatstaven.

De belangrijkste aannames die zijn toegepast voor de berekening van de 2016 bedrijfswaarde per kasstroomgenererende eenheid zijn opgenomen in onderstaande tabel.

In procenten Disconteringsvoet Eindwaarde groeivoet Verwachte EBITDA-groei (gemiddelde voor komende vijf jaar)
 
Nederland 8,31% 0,75% 2,90%
Duitsland/België 8,45% 0,75% 8,16%
Verenigd Koninkrijk 8,87% 1,87% 8,07%

De disconteringsvoet is een maatstaf voor belastingen, gebaseerd op het rendement op 30-jarige staatsobligaties die zijn uitgegeven in de relevante markt en in dezelfde valuta als de kasstromen, gecorrigeerd voor een risico-opslag die recht doet aan het hogere risico van beleggingen in effecten in het algemeen en het systeemrisico van de specifieke kasstroomgenererende eenheid.

De gemiddelde groeipercentages van de EBITDA zijn afgeleid van de geprognotiseerde brutowinsten welke zijn geschat rekening houdend met de gemiddelde groei van de laatste jaren en de geschatte verkoopvolumes in tonnen. Om tot de geprognotiseerde brutowinst te komen is in eerste instantie een inschatting gemaakt van de ontwikkeling van de marge per ton, niet van de ontwikkelingen van verkoopprijzen. De ontwikkeling van de prijzen van grondstoffen is moeilijk te voorspellen.

De bedrijfswaarden van de kasstroomgenererende eenheden zijn bepaald op basis van het budget 2016 en de meerjarenplannen tot en met 2020. Voor de periode na 2020 is een groeipercentage gehanteerd dat gelijk is aan de verwachte inflatiepercentages voor de lange termijn, zoals in de markt gebruikelijk is.

2015
Voor de 2015 goodwill impairment test was de realiseerbare waarde van de verschillende kasstroomgenererende eenheden gebaseerd op reële waarde minus kosten van verkoop en geschat door gebruikmaking van waarderingsmodel gebaseerd op een factor maal de winstgevendheid. De waarderingsfactoren zijn gebaseerd op een combinatie van waarderingsfactoren van vergelijkbare concurrerende ondernemingen, waarderingsfactoren zoals gehanteerd door analisten en waarderingsfactoren uit transacties die hebben plaatsgevonden. De Groep heeft de realiseerbare waarde vastgesteld in het midden van de berekende realiseerbare waarden gebruik makend van de verschillende waarderingsfactoren zoals beschreven. De berekening van de reële waarde is geclassificeerd als Niveau 2 reële waarde gebaseerd op de input in de gebruikte waarderingsmethode. Gezien de vergelijkbaarheid van de kasstroomgenererende eenheden heeft de Groep dezelfde waarderingsfactoren gebruikt bij het vaststellen van de reële waarde minus de kosten van verkoop van de verschillende kasstroomgenererende eenheden.

De belangrijkste aannames die de Groep heeft gebruikt in de schattingen van de realiseerbare waarden worden hierna weergegeven en betreffen EBITDA (resultaat uit bedrijfsactiviteiten vermeerderd met afschrijvingen en amortisatie) factoren. De waarden welke zijn toegekend aan de variabelen zijn de weerslag van de evaluatie door de Directie van trends in de relevante bedrijfstakken en zijn gebaseerd op historische data uit zowel externe als interne bronnen.

Om tot een EBITDA te komen waarop de waarderingsfactor kan worden toegepast, wordt de EBITDA genormaliseerd voor incidentele elementen. De ontwikkeling van EBITDA is geschat rekening houdende met ervaringen uit het verleden, aangepast als volgt:

  • de groei van de brutomarge is geschat rekening houdend met de gemiddelde groei van de laatste jaren en de geschatte verkoopvolumes en prijsontwikkeling. Er is een inschatting gemaakt van de ontwikkeling van de bruto marge, niet van de ontwikkelingen van verkoopprijzen. De ontwikkeling van de prijzen van grondstoffen is moeilijk te voorspellen.
  • de geschatte kasstromen gerelateerd aan een herstructurering die naar verwachting zal worden doorgevoerd in een prognosejaar is verwerkt in de schattingen van de EBITDA.

De waarderingsfactor om de reële waarde vast te stellen in 2015 bedroeg 7,1x gelijk voor alle kasstroom genererende entiteiten.

Uitkomst van de goodwill impairment test en gevoeligheidsanalyse

De uitkomst van de goodwill impairment test van de kasstroomgenererende eenheden laat zien dat de realiseerbare waarden de boekwaarden van de kasstroom genererende eenheden overstijgen, waardoor er geen noodzaak is tot een verantwoording van een bijzonder waardeverminderings­verlies (2015: idem). Een redelijke aanpassing van de aannames leidt in deze gevallen niet tot realiseerbare waarden lager dan de boekwaarden van deze kasstroomgenererende eenheden (2015: idem).

(ii) Impairment test op andere immateriële activa dan goodwill

In 2015 heeft de Groep een afwaardering verantwoord van €454 duizend van de waarde van de klantenportefeuilles in het Verenigd Koninkrijk.

2.2.5.3 19. Vastgoedbeleggingen

A. Aansluiting van de boekwaarde

 
In duizenden euro 2016 2015
 
Stand op 1 januari 822 5.400
Herclassificatie naar activa aangehouden voor de verkoop - -4.579
Effect van wijzigingen in wisselkoersen - 1
Overige mutaties 8 -
 
Stand op 31 december 830 822
 
Kostprijs 3.735 8.505
Cumulatieve afschrijvingen -2.905 -7.683
 
Boekwaarde op 31 december 830 822

De vastgoedbeleggingen bestaan uit een aantal bedrijfspanden en terreinen die niet langer dienstbaar zijn aan de voeder activiteiten van de Groep en op termijn zullen worden afgestoten. In 2016 hebben zich geen materiële wijzigingen voorgedaan in de samenstelling en omvang van de vastgoedbeleggingen.

Eind 2015 is een stuk grond in Oss (Nederland) gereclassificeerd van vastgoedbeleggingen naar activa aangehouden voor verkoop, omdat de Directie had voorgenomen dit stuk grond te verkopen en verwachtte dat de transactie kon worden afgerond binnen twaalf maanden na balansdatum. In het eerste halfjaar van 2016, is het stuk grond in Oss verkocht voor €5,6 miljoen, resulterend in een boekwinst van €0,9 miljoen, welke geclassificeerd is als overige bedrijfsopbrengsten in de winst-en-verliesrekening, zie noot 10.

 
 

B. Informatie over de reële waarde

De reële waarde van de vastgoedbeleggingen is vastgesteld door externe, onafhankelijke vastgoedtaxateurs die over adequate professionele kwalificaties en ervaring beschikken en door rekening te houden met de verkoopprijzen die recent zijn overeengekomen.

De vastgestelde reële waarde voor de vastgoedbeleggingen bedroeg €2,1 miljoen (31 december 2015: €2,0 miljoen) en is geclassificeerd als een Niveau 3 reële waarde gebaseerd op de informatie die is afgeleid van markttransacties.

Onderstaande tabel geeft de waarderingstechnieken weer die zijn gebruikt in vaststelling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen evenals de belangrijke niet waarneembare input die is gebruikt.

Waarderingstechniek Belangrijke niet-waarneembare input Onderlinge relatie tussen belangrijke niet-waarneembare input en de bepaling van de reële waarde
Prijs van de transactie:    De geschatte reële waarde zal toenemen (afnemen) als:
De reële waarde van de vastgoedbelegging wordt vastgesteld op beschikbare marktinformatie voor grond op een vergelijkbare locatie in vergelijkbare condities · Conditie van de vastgoedbelegging · De beoordeelde conditie van de vastgoedbelegging beter zou zijn
  · Vergelijkbaarheid van locatie · De locatie als een meer gewilde locatie zou worden beschouwd
  · Beoordeling van de inbaarheid van vorderingen gerelateerd aan een specifieke vastgoedbelegging in Nederland · De inbaarheid van de gerelateerde vorderingen hoger zou worden ingeschat

2.2.5.4 20. Deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'- methode

 
In duizenden euro 31 december 2016 31 december 2015
 
Belang in joint venture 21.653 19.714
 

 
In duizenden euro 2016 2015
Aandeel in het resultaat deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode, na belastingen
 
Joint venture 3.816 4.651
Overige - 30
  3.816 4.681

2.2.5.4.1

Joint venture

HaBeMa Futtermittel Produktions- und Umschlagsgesellschaft GmbH & Co. KG (HaBeMa) is de enige joint venture waarin de Groep participeert. HaBeMa is een van de leveranciers van de Groep en is hoofdzakelijk actief in de handel, op- en overslag van grondstoffen en productie van mengvoer in Hamburg, Duitsland.

HaBeMa is gestructureerd als een separate juridische entiteit en de Groep heeft een belang in de netto-activa van de entiteit. Op basis daarvan heeft de Groep haar participatie geclassificeerd als joint venture. De Groep heeft geen contractuele verplichtingen of voorwaardelijke verplichtingen naar HaBeMa, anders dan uit hoofde van inkopen van goederen als onderdeel van de normale bedrijfsvoering.

Vennootschapsbelasting op de resultaten van HaBeMa worden met de belastingautoriteiten afgerekend door ForFarmers Langförden, Duitsland (indirect aandeelhouder). De resultaten van HaBeMa worden verantwoord op basis van de ‘equity’-methode en worden gepresenteerd in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening na aftrek van winstbelastingen. Deze lasten uit hoofde van winstbelasting worden in mindering gebracht op het aandeel in het resultaat van deelnemingen verwerkt volgens de ‘equity’-methode en bedroegen in 2016 €889 duizend (2015: €1.053 duizend). Handelsbelastingen met betrekking tot HaBeMa (‘Gewerbesteuer’) worden gedragen door HaBeMa zelf.

2.2.5.4.2

In onderstaande tabel wordt de financiële informatie van HaBeMa weergegeven die is verwerkt in haar jaarrekening en aangepast voor verschillen in waarderingsgrondslagen. De tabel laat ook de aansluiting zien tussen de samengevatte financiële informatie en de boekwaarde van het belang van de Groep in HaBeMa.

 
In duizenden euro   31 december 2016 31 december 2015
 
Percentage eigendomsbelang   50% 50%
 
Vaste activa   40.546 38.340
Geldmiddelen en kasequivalenten   2.376 1.920
Overige vlottende activa   21.207 22.100
Vlottende activa   23.583 24.020
Leningen en overige financieringsverplichtingen   -5.730 -6.780
Overige langlopende verplichtingen   -9.424 -8.507
Langlopende verplichtingen   -15.154 -15.287
Leningen en overige financieringsverplichtingen   -1.282 -1.213
Overige kortlopende verplichtingen   -4.387 -6.431
Kortlopende verplichtingen   -5.669 -7.644
 
Netto-activa (100%)   43.306 39.429
 
Aandeel Groep in de netto-activa (50%)   21.653 19.714
 
Boekwaarde belang joint venture   21.653 19.714

 
In duizenden euro noot 31 december 2016 31 december 2015
 
Omzet   155.877 176.012
Afschrijvingen en amortisatie   -4.009 -3.666
Rentelasten   -812 -316
Belastinglast   -1.818 -2.219
 
Gerealiseerd resultaat (100%)   9.410 11.408
Niet-gerealiseerd resultaat (100%)   -2 30
Totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (100%)   9.408 11.438
 
Gerealiseerd resultaat (50%)   4.705 5.704
Aandeel groep in belastinglast van de deelneming verwerkt volgens de 'equity'-methode 16G -889 -1.053
Aandeel Groep in totale gerealiseerde resultaten, na belasting   3.816 4.651
 
Niet-gerealiseerd resultaat, na belasting (50%) 26 -1 15
 
Aandeel Groep in totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, na belasting   3.815 4.666
 
Door Groep ontvangen dividenden   2.766 5.753

2.2.5.5 21. Handels- en overige vorderingen

 
In duizenden euro noot 31 december 2016 31 december 2015
 
Vorderingen op handelsdebiteuren   183.457 200.374
Vordering op verbonden partij 37 4.226 4.046
Leningen aan medewerkers   409 500
Overige beleggingen   28 38
Belastingen (anders dan vennootschapsbelasting) en sociale lasten   4.982 10.401
Voor afdekking gebruikte valutatermijncontracten (derivaten) 31D 36 -
Voor afdekking gebruikte brandstof swaps (derivaten) 31D 115 -
Vooruitbetalingen   5.288 6.855
Overlopende activa   26.147 21.741
 
Totaal   224.688 243.955
 
Langlopend   10.952 12.532
Kortlopend   213.736 231.423
 
Totaal   224.688 243.955

2.2.5.5.1

De langlopende handels- en overige vorderingen bestaan uit:

  • Vorderingen die vervallen na meer dan een jaar, die grotendeels rentedragend zijn en hoofdzakelijk leningen betreffen aan afnemers en waarvoor, indien mogelijk, zekerheden zijn afgegeven in de vorm van voerequivalenten, participatierekeningen, veestapel en onroerend goed.
  • Leningen aan medewerkers, waarop het niveau van de rente gelijk is aan de rente op Nederlandse staatsleningen en tenminste gelijk aan de rente als bedoeld in Artikel 59 Uitvoeringsbesluit Loonbelasting 2001. De terugbetaling van de leningen bedraagt minimaal 7,5% per jaar van het oorspronkelijke bedrag, met ingang van 2015. Als zekerheid voor nakoming van de verplichtingen is pandrecht gevestigd op de certificaten van aandelen die met deze leningen zijn verworven. De marktwaarde van deze certificaten van aandelen is per de balansdatum groter dan de waarde van de leningen. Deze leningen zijn verstrekt als onderdeel van het medewerkersparticipatieplan 2007-2009. Er worden geen nieuwe leningen meer verstrekt aan medewerkers.

De overige vorderingen, vooruitbetalingen en transitorische activa bestaan hoofdzakelijk uit nog te factureren bedragen aan afnemers en vooruitbetalingen aan leveranciers.

Informatie over de blootstelling van de Groep aan kredietrisico’s en marktrisico’s en bijzondere waardeverminderingen op handels- en overige vorderingen is weergegeven in noot 31 (financiële instrumenten).

2.2.5.6 22. Voorraden

 
In duizenden euro 31 december 2016 31 december 2015
 
Grond- en hulpstoffen 53.546 63.053
Gereed product 9.241 9.616
Overige voorraden 7.237 11.006
 
Totaal 70.024 83.675

De daling van de voorraden wordt voornamelijk veroorzaakt door een daling van de gemiddelde prijs van grondstoffen en doordat een deel van de graaninname die bij afnemers wordt gedaan vanaf 2016 is uitbesteed aan derden.

De overige voorraden betreffen de handelsvoorraden die onderdeel uitmaken van de 'Total Feed activiteiten' van de Groep en betreffen vooral meststoffen en zaden.

In 2016 is op voorraden een bedrag van €35 duizend afgeschreven (2015: €20 duizend).

Voor wat betreft belangrijke aankoopverplichtingen wordt verwezen naar de toelichting over verplichtingen onder noot 36.
 

   

2.2.5.7 23. Biologische activa

A. Aansluiting van de boekwaarde

 
In duizenden euro 2016 2015
 
Stand op 1 januari 6.096 5.010
 
Aankopen vee, voer en verzorging 34.222 35.705
Verkopen van vee -37.449 -36.612
Wijziging in reële waarde 2.248 1.993
 
Stand op 31 december 5.117 6.096

Per de balansdatum bestaat de pluimveestapel uit 1.144.592 dieren (2015: 1.494.846 dieren) met een waarde van €5,1 miljoen (2015: €6,1 miljoen). De pluimveestapel bevat hennen en een aantal hanen, die worden opgefokt tot een leeftijd variërend tussen 16 en 20 weken, en daarna worden verkocht aan vermeerderaars. De gehele voorraad betreft vlottende activa.

B. Vaststelling van reële waarden

Reële waarde hiërarchie

De vaststelling van de reële waarde van de hanen en hennen is geclassificeerd als Niveau 3 reële waarde gebaseerd op de productiekosten plus een proportioneel deel van de marge die zal worden gerealiseerd bij verkoop. Er bestaat geen actieve markt met publieke marktprijzen voor deze hennen en daarom beschouwt de Directie de prijs van de meest recente markttransacties als de meest betrouwbare schatting voor de reële waarde resulterend in een Niveau 3 reële waarde hiërarchie.

Niveau 3 reële waarden

Onderstaande tabel geeft een specificatie van de totale winsten (verliezen) verantwoord in de kosten van grond en hulpstoffen met betrekking tot Niveau 3 reële waarden (veestapel). Het niet-gerealiseerde deel van de wijziging in reële waarde vormt onderdeel van de waardering van de biologische activa per balansdatum.

 
In duizenden euro 2016 2015
Bedragen verwerkt in de winst-en-verliesrekening
 
Wijziging in reële waarde (gerealiseerd) 2.297 2.100
Wijziging in reële waarde (niet-gerealiseerd) -49 -107
 
Totaal 2.248 1.993
 
Bedragen verwerkt in de balans
Wijziging in reële waarde (niet-gerealiseerd) 179 228

 

Waarderingsmethoden en belangrijke niet waarneembare input

Onderstaande tabel geeft de gebruikte waarderingsmethoden weer die zijn gebruikt bij vaststelling van de Niveau 3 reële waarden, evenals de belangrijke niet waarneembare input die is gebruikt.

Type Waarderingstechniek Significante niet-waarneembare input Onderlinge relatie tussen significante niet-waarneembare input en de bepaling van de reële waarde
Vee Waarderingstechniek en transactieprijs De geschatte referentieprijs is gebaseerd op de meest recente markttransacties De geschatte reële waarde zou toenemen (afnemen) als:
Vee bestaat uit hanen en hennen De reële waarde van de hennen en hanen wordt vastgesteld op basis van de productiekosten plus een proportioneel deel van de marge die zal worden gerealiseerd bij verkoop. De marge wordt proportioneel gealloceerd aan de verschillende fasen van volgroeidheid op basis van (0% - 91%), uitvalpercentage inclusief sterfte (3.6%) · het aantal hennen toeneemt (afneemt)
      · het percentage van volgroeidheid toeneemt (afneemt)
      · het uitvalpercentage inclusief sterftecijfer afneemt (toeneemt)

C. Risicobeheer van biologische activa

De Groep is onderhevig aan de volgende risico’s met betrekking tot haar veestapel.

Risico’s op het gebied van regelgeving en milieu

De Groep is onderworpen aan wetten en regels in de verschillende landen waarin zij actief is. De Groep heeft milieubeleid en procedures ingevoerd gericht op het voldoen aan lokale milieu- en overige wetten.

Risico van vraag en aanbod

De Groep is blootgesteld aan de risico’s die het gevolg zijn van variaties in de prijs en het verkoopvolume van haar veestapel. De Directie voert regelmatig trendanalyses uit met betrekking tot de ontwikkeling van de volumes en prijzen van hennen.

Agrarische risico’s

De Groep is blootgesteld aan reguliere risico’s gerelateerd aan agrarische activiteiten, onder andere de risico’s gerelateerd aan dierziekten. De Groep volgt de ontwikkelingen in de markt op de voet en past waar nodig haar beleid aan.

2.2.5.8 24. Geldmiddelen en kasequivalenten

De uitstaande deposito’s betreffen spaarrekeningen die direct kunnen worden aangewend zonder kosten. Op basis hiervan worden de deposito’s als onderdeel van de geldmiddelen en kasequivalenten gezien.

De geldmiddelen en kasequivalenten staan ter vrije beschikking van de Groep. De toename van de geldmiddelen en kasequivalenten wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de gerealiseerde EBITDA en mutaties in werkkapitaal deels gecompenseerd door acquisities, investeringen en betaald dividend.

 
In duizenden euro 31 december 2016 31 december 2015
 
Deposito's 43.073 30.062
Banksaldi(1) 109.781 103.003
 
Geldmiddelen en kasequivalenten in de balans 152.854 133.065
 
Bankschulden(1) -45.535 -46.565
 
Geldmiddelen en kasequivalenten in het kasstroomoverzicht 107.319 86.500
 
(1) De accounting policy inzake netting is gewijzigd. Zie noot 2 voor verdere toelichting

2.2.5.9 25. Activa aangehouden voor verkoop

Aansluiting van de boekwaarde
In duizenden euro 2016 2015
 
Stand op 1 januari 4.579 834
Reclassificatie van vastgoedbeleggingen - 4.579
Verkoop -4.579 -834
Aanpassing voor koersverschillen - -
 
Stand op 31 december - 4.579

Eind 2015 is een stuk grond in Oss (Nederland) gereclassificeerd van vastgoedbeleggingen naar activa aangehouden voor verkoop, omdat de Directie had voorgenomen dit stuk grond te verkopen en verwachtte dat de transactie kon worden afgerond binnen twaalf maanden na balansdatum. In 2016 is het stuk grond in Oss verkocht voor €5,6 miljoen. Vanwege €0,1 miljoen verkoopkosten resulteert dit in een boekwinst van €0,9 miljoen, welke geclassificeerd is als overige bedrijfsopbrengsten in de winst-en-verliesrekening, zie noot 10.